Wende met Mens terug in clubs en theaters
‘Even door de wasstraat gaan’
Foto: Sandor Lubbe
Wende speelt in Mens met de verscheidenheid van het wezen. Inclusief alle mooie aspecten, gevaren en angsten. “Het leven is lyrisch, ontroerend, maar soms ook fucking gruwelijk.”
Wende is vrolijk. Ze bevindt zich in het laatste deel van de maakfase van haar nieuwe show Mens. Aan de ene kant van de ruimte zoekt ze met muzikanten de meest juist zittende jas voor de liedjes, aan de andere kant zorgt ze met het team vormgevers dat ook alles aan het visuele aspect van de voorstelling helemaal klopt. Ik krijg het gevoel te storen. Wende: “Ja, ik ben super opgewonden. Het is razend spannend mee te maken dat alles waar je zo hard aan werkte en wat al zo lang in je hoofd zit uiteindelijk samenkomt en in elkaar past. Nee, je stoort niet. Interviews maken onderdeel uit van het proces. Ik wil heel graag dat er straks veel mensen komen kijken!”
In Mens gaat Wende op zoek naar het gevaar en het wonder van een mens te zijn. Na haar Berlijnse (pop)avontuur Last Resistance en het uitstapje richting Zurich (een hoofdrol in die film) broedde haar creatieve geest op iets nieuws. “De titel kwam als laatste. Ik ging niet op zoek naar liedjes die het aspect mens zouden belichten, ze bleken daarover te gaan. Na twee Engelstalige albums deed ik in 2013 een aantal optredens genaamd Winterreise, een iconische liederencyclus, geschreven door Franz Schubert, voor mij verwerkt naar een vrouw. Ingewikkelde, klassieke muziek. Het was voor mij opnieuw performen. Dat deed me terugverlangen naar de performances die ik met chansons eerder had gedaan. In dit project wilde ik beide zaken integreren; de elektronische kant van mijn muziek en het verhalen vertellen moest een rol krijgen.”
Wende wilde niet teruggrijpen naar het oudere werk. Ze ging op zoek naar andere mensen om ideeën uit te werken, lange gesprekken te voeren en nieuwe liedjes mee te maken. “Die mensen moesten begrijpen hoe een vertellend lied werkt. Chanson is geen taal, het is een genre. Ze moesten snappen dat het toneel is, geen poëzie. Ik begon met de schrijver Dimitri Verhulst. Dat werkte prima. Het moest niet handelen over nostalgie of melancholie, zoals in veel chansons, ik wilde me buigen over de liefde, de dood, eenzaamheid. Nu. Het chanson leent zich daar als genre uiteraard goed voor. Ik ging ook gesprekken aan met Arnon Grunberg, Adriaan van Dis, Tom Lanois en de Britse theaterschrijver Simon Stephans, al heeft niet alles direct tot een lied of monoloog geleid. Ik heb ook veel naar Kate Tempest geluisterd en wilde ook Franstaligen benaderen. Ik heb zelfs Stromae gemaild, maar die heeft helaas niet gereageerd. Maar ik heb wel met Kempi en Typhoon gewerkt. Rappers zijn bij uitstek de verhalenvertellers van deze tijd.”
Wende is ook zelf gaan schrijven. In het Nederlands, want zo kwamen haar woorden eruit. “Ik heb een haat-liefdeverhouding met het Nederlands. Mijn blik was eerst veel naar buiten gericht. Ik heb krantenberichten uitgeknipt en de boel samengebracht. Uiteindelijk draait het geheel om het persoonlijke gevecht met jezelf. Hoe is het om mens tussen de mensen te zijn in deze tijd waarin er zoveel op ons afkomt? Je kunt als mens vaak veel te verwerken krijgen en teleurgesteld raken. Omdat ouders overlijden of je eerste liefde een klootzak blijkt te zijn bijvoorbeeld. Mijn eerste reactie is dan vechten, jezelf buitensluiten, of een hij-ik-situatie creëren. Dat lost allemaal niets op. Pas als je in de spiegel gaat kijken komt de nuance, kun je de aanvaarding aangaan en kan er mededogen komen. Dan pas komt het proces op gang naar meer mens zijn. Uitsluiting heeft geen zin. Je moet verbinding zoeken.”
De show bevat voornamelijk nieuwe liedjes. Er komt uiteindelijk ook een album, naderhand. Wende: “Ik doe het eens andersom. Ook speel ik zowel in popzalen als theaters. Ik vind beide energieën tof en zocht daarom gewoon de leukste zalen uit. Beeld en geluid zijn beiden van hoog niveau. De visuals van Chloe Lamford zijn waanzinnig, de muzikanten Yan en ludoWic zijn keihard met synthesizers, beats en programming in de weer, soms houd ik het klein achter de piano. Ik speel met de verschillende kanten van een mens. Die kunnen ‘s avonds hun kind in bed leggen en lief een verhaaltje voorlezen, de andere dag gaan ze op hun werk compleet door het lint omdat iets niet loopt zoals verwacht. Die verscheidenheid is boeiend. Het leven is lyrisch, ontroerend, maar ook fucking gruwelijk. Als mens vind ik dat intens, als kunstenaar vind ik dat goud. Soms faal je, soms win je. De ene keer ben je bang, de andere keer moedig. Daar uiting aan geven is prachtig, een club is een vrijplaats om dat te doen. Het is als even door de wasstraat gaan. Optreden is mijn manier om te geven en te delen. Het is geweldig als het publiek dat ook zo voelt.”
Wende had de laatste tijd ook veel gesprekken met haar moeder. “Ik denk soms dat WO III ieder moment kan uitbreken. Ik ben achtendertig, maar mijn moeder heeft al zeventig jaar geleefd. Ze zei laatst dat mijn tante in 1945 werd geboren. Dat deed me realiseren dat het leven ook toen doorging. Ouderen kunnen vaak beter relativeren en je uitleg verschaffen over schoonheid en lelijkheid. In Aleppo gaan straks ook weer kinderen naar school. Daar ontstaan hopelijk ook weer mooie dingen. Dat is het wonder van het mens zijn. Sommige wereldleiders zorgen voor chaos, er zal ook altijd genoeg tegenkleur zijn. Er is lichtheid, liefde en ook daar zal naar geluisterd worden. Jongeren weten met deze nieuwe digitale tijd om te gaan. Ik vertrouw erop dat ze kunnen nadenken en hopelijk gaan stemmen.”