Anton Goudsmit
“Ik gooi overal mijn ziel en zaligheid in”

Foto: Willem Jongeneelen

Jazzgitarist Anton Goudsmit opereert minstens in zo’n twintig projecten tegelijk, maar zegt zelden ‘nee’ tegen een nieuw samenwerkingsverzoek. “Dat valt allemaal reuze mee. Er zijn mensen die graag hebben dat ik meespeel, maar er zijn er nog veel meer die me niet kennen en dat ook niet willen.”

Er is een natuurlijk evenwicht tussen de groepen waarin hij zelf de kar trekt en de soms kortstondige vrijages in projecten van bevriende anderen. Er is een groot verschil tussen het chaotische ‘enfant terrible-imago’, dat veel mensen Anton – volgens hemzelf – onterecht toedichten en de grote betrokkenheid en accuratesse waarmee hij alles in goede banen leidt. Anton Goudsmit is iemand bij wie alleen het heden telt en die zijn enthousiasme over mogelijk nog spectaculairdere toekomstplannen niet onder stoelen banken kan steken. “Laten we het in godsnaam niet meer hebben over mijn tijd in New Cool Collective, in het kwartet van Eric Vloeimans of mijn passage bij The Bad Plus. Hoe goed, leuk of eervol dat ook allemaal was: wat geweest is, is geweest. Ik ben nu bezig met het maken van een nieuw album met The Ploctones, speel de pannen van het dak met het trio Montis, Goudsmit & Directie, heb grote plannen met Andreas Schaerer, ga surfmuziek spelen met Bruut!, bracht met Estafest een prachtig album uit, nam laatst in Wisseloord het repertoire op met het Nationaal Jeugd Jazz Orkest, stond met de Kim Hoorweg Band op Noorderslag en met Jett Rebel in Paradiso.” En zo kan hij nog wel even doorgaan. Want hij richtte onlangs met Niek de Bruijn en Thomas Pol en passant het nieuwe trio Go Pony op, speelt met Peter Beets nog altijd de muziek van Wes Montgomery, schuift regelmatig aan bij Jan Akkerman op een podium en maakt onderdeel uit van de door de twee drummers Stefan Kruger en Joost Patocka gerunde band Krupa & The Genes. Kunt u het nog volgen? Goudsmit weigert het onoverzichtelijk te noemen.

Partituren

Een bezoek aan zijn woning, drie hoog in Amsterdam Oud-Zuid, leert verschillende zaken. Anton Goudsmit is superenthousiast over van alles en struikelt regelmatig over zijn eigen stortvloed aan woorden. Wat zijn werk aangaat, neemt de in 2011 nog met de prestigieuze Boy Edgar Prijs bekroonde muzikant alles bloedserieus en blijkt hij opvallend geordend. Anton Goudsmit werd vorig jaar vijftig jaar. Naast drukbezet muzikant is hij ook echtgenoot en vader van een al wat oudere zoon en een tienerdochter. Hij zet ambachtelijk koffie en raapt de post op. “Hé, dat zie je niet vaak meer. Trombonist Bart van Lier stuurt de partituren nog op papier via de post op. Binnenkort ga ik met hem samen wat doen. Leuk.” Goudsmit vertelt de dag voor het interview weer eens dicht bij zijn geboortegrond gespeeld te hebben. “Het was lang geleden dat ik in Nick Vollebregt’s Jazzcafé in Laren speelde. Tot mijn achttiende woonde ik daar vlakbij en zag ik vaak The Skymasters optreden, voor ik in Hilversum naar de oude Tagrijn ging en even niet met jazz bezig was. Het concept improvisatie kende ik toen nog niet. Ik snapte er helemaal niets van hoe die muzikanten al die noten konden onthouden. Toen bleek dat dat ook helemaal niet zo was, ging er een wereld voor me open, haha!”

Cello

Anton had een oma Eijsbouts in het Brabantse Asten, uit een klokkengietersfamilie, en een oma Goudsmit in Amsterdam Oud-Zuid. “Bij die laatste was ik liever. Zij was pianiste en gaf les op het Sweelinck Conservatorium, waar ik later afstudeerde. Haar man Jo was een uitmuntend concertpianist en speelde veel in Rusland.” Tussen alle gitaren en een piano staat er sinds kort ook een cello in huize Goudsmit. Die blijkt afkomstig te zijn van de vorig jaar overleden vader van Anton. “Zojuist geërfd. Prachtig instrument, maar meer bestemd als meubilair dan om op te leren spelen.” Goudsmit blijft leergierig en studeert en oefent veel. Dat gaat alleen iets moderner dan vroeger. “We wisselen als muzikanten vaak filmpjes uit. Het voordeel is dat je de muzikanten ook ziet spelen. YouTube heeft al veel goede nieuwe gitaristen opgeleverd. Het conservatorium is voor velen toch zoiets als een telefoonboekstudie. Gitaar leren spelen via YouTube is naast luisteren ook afkijken. Handig, flitsend, snel. Een generatie leert visueel spelen. Over talent beschikken, blijft meegenomen. Je kunt een aap leren typen, maar het is handig als die ook snapt wat die doet. Internet is goud waard, want vaak vind je ook wel ergens de akkoordenschema’s erbij. Je kunt veel ontdekken. Ook mijn oren beginnen nu pas goed te werken. Ken je Christiaan van Hemert? Dat is een gipsygitarist met een YouTube-kanaal. Leerzaam. Hij lult veel, maar dat spoel ik door. Ik oefen dus stiekem van die snelle licks. Komt misschien ooit van pas, want dat frommel ik ooit nog wel eens ergens tussen.” Goudsmit kan met veel uit de voeten. Standards, smoothjazz, een klassiek aandoend partijtje, funky rock; hij vindt het allemaal even leuk. “Alleen flamenco, dat gaat ‘m niet worden. Dat is zo’n apart verhaal. Wellicht in een volgend leven.” Ook Jan Akkerman stuurt hem weleens filmpjes. “Daar kan je dan weer geen gitaar op spelen, haha. Wel kreeg ik na het toertje dat ik met hem deed zijn Albion-gitaarversterker. Omdat ik geen rijbewijs heb, had zijn crew die vaak voor mij gesjouwd. Na het laatste optreden mocht ik hem houden. Later stuurde Jan me de handleiding nog na. Gouden vent. En wereldwijd een soort god. Ik speelde met The Ploctones in Brazilië. Jan arriveerde daar ook op het vliegveld. Hij moest met tientallen mensen op de foto. Focus zijn ze daar echt nog lang niet vergeten.”

Droplul

Anton neemt ieder project wat hij doet even serieus. “Of ik nu eenmalig met jongeren speel of met mijn eigen bands op pad ga, ik bereid altijd alles goed voor. Ik lijk dan misschien wel chaotisch, dat ben ik in mijn optiek niet. Ik ben best wel een burgermannetje. Wel gooi ik overal mijn hele ziel en zaligheid in. Laats zei een man na een optreden: ‘Meneer, ik maakte me zorgen dat uw hoofd er bijna afviel’. Tja, dan heb ik dus lekker gespeeld.” De titels van een aantal eigen composities werken niet mee aan een serieus imago: Droplul, Kont, Jekker Die Jek en Ben Benieuwd. “Jij denkt dat die titels meer over mij dan over de composities zeggen? Dat is niet zo. Ze zeggen allemaal iets over de nummers of de omstandigheden waarin ze tot stand kwamen. Ik houd alle invallen en aanwijzingen bij in boekjes. Kont is gebaseerd op het gevoel dat het ritme omschrijft, Jekker Die Jek komt uit de uitleg over hoe dat nummer gespeeld dient te worden en Ben Benieuwd schreef ik voor Benjamin Herman, die ik gekscherend Ben Benieuwd noem, omdat hij dat vaak zegt als ik iets nieuws aan hem laat horen. Droplul is afkomstig uit een vreemd voorval dat ik had toen ik met mijn dochter door de duinen fietste. We waren aan het zingen om zodoende een melodielijn voor dat nummer te verzinnen. Toen stond daar plots een jongen het verkeer te regelen. Ander verkeer was er verder overigens niet. Die jongen was wat in de war. Maar ook heel agressief. Hij schopte me van mijn fiets en riep: ‘droplul’. Bleek zijn actie toch nog ergens goed voor te zijn.”

Lego

Componeren doet Anton Goudsmit op verschillende manieren, met verschillende uitkomsten. “Bij Droplul was er direct een idee en dat heb ik uitgebouwd tot vijf originele grooves. Soms gaat dat snel, in het geval van Paling en Fishbone, twee nieuwe tracks, duurt het lang. Het is lang pielen. Twee jaar aan de gang met een ideetje, want er moet meer bij. Van het laatste nummer heb ik alleen nog maar de graat, vandaar die titel. Daarom ben ik ook zo blij met die Ploctones. Zij zijn geïnteresseerd in mijn aanpak. Daar kan ik alles volledig kwijt. Het zijn bouwwerkjes. Het is eigenlijk spelen met Lego. Het wordt tijd voor een nieuw album. We zijn een bipolair bandje. Er zit veel funk in. En ik schreef al een nieuwe Ploctones-rocker: Jan, opgedragen aan Akkerman. Ik maak ook melodische stukken. Ernesto was er bijvoorbeeld snel, in een wandeling van de ligstoel naar de keukentafel.”

Nationaal Jeugd Jazz Orkest

Voor 2017-2018 werd Anton Goudsmit gevraagd als muzikaal leider van het Nationaal Jeugd Jazz Orkest. Hij heeft zelf geen idee waarom, maar vindt het wel enorm leuk. “Ik doe nogal veel ‘kiekeboe’ en ben vaak op veel plekken aanwezig. Misschien viel ik op. Het is wel te gek om met deze gasten te mogen werken. Ze denken positief. Die kids gaan honderd procent voor alles. Er zitten supertalenten bij, zoals drummer Tim Hennekes en gitarist Olivier van Niekerk, om er maar eens twee te noemen. De hele club is zó gemotiveerd en ook ik ben nieuwsgierig naar wat er allemaal mogelijk is. Voor mij is het nieuw, zo’n club van 21 man begeleiden. Gelukkig is er ook een zakelijk leider, want je moet vrij van stress kunnen werken. Ik ben een pietje-precies wat betreft de muziek. Wil het goedkomen, moet je relaxed in je vel zitten. Het is fijn dat het eens niet om mij gaat. Dit is hún kans en die pakken ze. Volledig onspeelbare dingen lukken zomaar. Er zitten geweldige topsolisten bij, zoals saxofonisten Jesse Schilderink en Mo van der Does, en Ian Cleaver op trompet. Gasten voor de toekomst. Ik ben trots al veel voor elkaar gekregen te hebben. Ik pak het anders aan dan veel van mijn voorgangers. Ik zit in de band en er is geen dirigent. Op het podium speel ik mee. Aan mijn bewegingen zien ze wel wat ze moeten doen. Dat vereist meer diepgang van ze, maar er is ook gewoon een bandklik. We gaan ook op North Sea Jazz spelen. Het repertoire wordt daarvoor deels ververst, want het gaat een knalset worden daar.”

Huidige projecten/bands Anton Goudsmit:

The Ploctones – Estafest – Montis, Goudsmit & Directie – Einzelgänger – Go Pony – Peter Beets trio ft. Anton Goudsmit – ‘Goin’ Wes’ – Krupa & The Genes – Kim Hoorweg Band – Kim Hoorweg & Anton Goudsmit duo – Han Bennink & Anton Goudsmit – Bart van Lier & Anton Goudsmit – Andreas Schaerer & Anton Goudsmit – Nationaal Jeugd Jazz Orkest – Robin Nolan Trio – Bruut! ft. Anton Goudsmit – Knight of the Guitar – Jan Akkerman

Krupa & The Genes

Februari 2018. Een overvolle, kleine kleedkamer achterin de clubzaal van De Verkadefabriek in Den Bosch. Het zevental van Krupa & The Genes heeft er net de soundcheck opzitten. Anton Goudsmit lacht. “Goed geluid hier. Warm. Maar het mooiste hier is de bar. Heb je die gezien? Iemand heeft allemaal tinnen dingen verzameld en aan elkaar gelast. Dat is toch net even wat leuker een Leffe Blond bestellen. Lekker bandje hè, Krupa? Leuk om mee op pad te gaan. Een groot voordeel is bovendien dat er maar bar weinig bandleden drinken. Er blijven altijd veel consumptiebonnen over. Daarmee kan ik dan weer vrienden maken en alle mooie vrouwen trakteren!” En weg is ‘ie weer. Goudsmit heeft iets van een wervelwind. Een ongeleid projectiel is hij volgens zijn medemuzikanten allerminst. Ook volgens Stefan Kruger, een van de bandleiders, zijn er maar weinig muzikanten die hun partijen zo goed op orde hebben. Het feit dat hij daarnaast veel lacht, een pilsje drinkt en verdomd goed kan relativeren, maakt hem prettiger in de omgang, geen mindere muzikant. Je kunt hem zelden op een te gewaagd kunststukje op een podium betrappen, hoeveel risico hij graag ook al improviserend durft te nemen. Goudsmit is bijzonder begaan met de jazzscene in Nederland. Hij kijkt wel eens met een jaloerse blik naar wat er
momenteel in België gebeurt, met zoveel talentvolle muzikanten. “Neem Dans Dans en STUFF. Er zijn daar momenteel veel formaties die het in zich hebben om een festival stevig af te kunnen sluiten. Ze durven meer buiten de lijntjes te kleuren. Maar ook in Nederland heb je jazzformaties die op Gent Jazz overeind zouden blijven. Bruut kan dat, Koffie en Jungle By Night met hun afrobeats kunnen dat, maar ook Krupa & The Genes. Graag zelfs.” De band is eigenzinnig opgezet, Kruger is goed in het verzamelen van talent en weet als producer precies hoe alles moet klinken. Goudsmit: “De muziek is deels elektronisch. Daar ligt voor mij dan weer de uitdaging, want ik ben van het versterkertje en het snoertje.” Krupa & The Genes is met grandioze cross-overs tussen jazz, rock, electrogroove, dubreggae en Afrikaanse Ellington-swing een zegen voor de podia. Bovendien beschikken ze met Joost Patocka over een ontwapenende ceremoniemeester. “Hoeveel mensen zagen onze tachtig seconden in De Wereld Draait Door?”, vraagt Patocka aan de uitverkochte zaal. “We kregen na die uitzending tachtig haat-tweets. Dat we van die teringpokkeherrie maken. Dat helpt dus geweldig. Mijn verzoek aan jullie is ook van die haat-tweets te sturen. Dan verkopen we ook de volgende shows uit!” Goudsmit hoort het aan, krijgt de slappe lach, zet het door hem gecomponeerde stuk Kriminal Polizei in en het is nog lang onrustig in Den Bosch.